Een boek over
de Tweede Wereldoorlog, dat is duidelijk. Het is een bundel verhalen over deze
tijd geschreven door 23 verschillende auteurs, meestal bekende jeugdboekenschrijvers
onder redactie van Gerard Sonnemans.
Een aantal van
de schrijvers heeft de oorlog zelf meegemaakt, een aantal ook niet, maar aan
de verhalen is niet te merken wie die oorlog wel heeft meegemaakt en wie niet.
Dat is eigenlijk ook niet belangrijk. Het gaat er tenslotte om een beeld te
schetsen, een sfeer op te roepen en daarvoor hoef je er niet zelf bij geweest
te zijn.
Het is de kracht van de schrijver dat goed te doen en ik moet zeggen daar zijn
de meeste bijzonder goed in geslaagd.
De verhalen omvatten
bijna het hele scala van de bekende onderwerpen, zoals het verzet, Rotterdam,
pilotenhulp, onderduikers, enz. toch springt er wel eens wat uit en net toen
ik een uitnodiging kreeg van het Verzetsmuseum in Amsterdam over Artis in oorlogstijd,
las ik het verhaal over de Grebbeberg, hoe de heer Ouwehand, tijdens de meidagen
in 1940, naar zijn dierenpark ging om de wilde dieren dood te schieten. Kinderachtig
om dit een drama te vinden naast alle soldaten en burgers die ook dood werden
geschoten? Ik vind van niet. Het is goed dat iemand ook aan de dieren denkt
als hij de strijd om de Grebbeberg beschrijft.
Ook het verhaal over de jodenvervolging is bijzonder goed geschreven door zijn
directe benadering. Je maakt het bijna zelf mee en de afloop van deze verhalen
kennende maakt het des te tragischer.
Naast al deze
verhalen wordt in dit boek ook aandacht besteed aan een uitleg over elk onderwerp
waarover werd geschreven. Het lijkt me een boek dat bijzonder geschikt is om
in het onderwijs te worden gebruikt om de jeugd een beter inzicht te geven in
de toestanden zoals die zich in een oorlog kunnen voordoen. Het gaat immers
bij dit soort geschiedenis niet om de jaartallen, maar om de gebeurtenissen
en meestal dramatische.
Misschien gaat
dan de toekomstige jeugd anders denken over het vraagstuk van Oorlog en Vrede.
Het boek heeft mij geboeid van het begin tot het eind en het zal zeker een opvallende plaats in mijn verzameling krijgen, zodat ik het af en toe nog eens als naslagwerk kan grijpen.
A.P. van Vaalen