Stichting Lalibela
Sinds 2007 ben ik betrokken bij het werk van Stichting Lalibela. We ondersteunen mensen in het Ethiopische stadje Lalibela die het op eigen kracht niet lukt om hun kansen op een beter leven te vergroten. Veel blinden en andere gehandicapten, straatarme gezinnen en oude dames voor wie niemand zorgt.We zijn constant op zoek naar sponsors die ons werk willen steunen. Misschien wil jouw school ons wel helpen? We hebben een uniek totaalpakket samengesteld, waarvan niet alleen de stichting profiteert, maar ook de leerlingen. Zij krijgen informatie over het leven in Ethiopië (aan de hand van het verhaal De dromen van Mitu) en gaan daarna aan de slag met sponsorlezen. Voor elke bladzijde die zij tijdens de sponsorperiode lezen, halen ze bij opa, oma, tante Truus en die aardige buurman twee eurocenten op.
Als dank voor hun inzet kom ik aan het eind van het project een dag naar school om voor alle groepen te vertellen over mijn boeken.
Wil je hier meer over weten? Neem dan contact met me op.
Hulp aan dwangarbeiders en verzetsmensen
Jarenlang heb ik als bestuurslid of vrijwilliger gewerkt voor diverse organisaties van mensen die tijdens de Tweede Wereldoorlog het nodige hebben meegemaakt.'Stichting Deportatie oktober 1944 Noord- en Midden-Limburg' zette zich in voor de honderdduizenden dwangarbeiders die als slaaf voor de Duitse oorlogsindustrie moesten werken.
De 'Vereniging van Allied Aircrew Helpers' bestond uit verzetsmensen die geallieerde piloten uit handen van de nazi’s hadden gehouden. Voor hen stelde ik twee keer per jaar het verenigingsblad samen en ik hielp bij het administratieve en secretariële werk.
Voor deze vereniging maakte ik ook het boek Vluchtverhalen, met bijzondere verhalen van pilotenhelpers uit heel Nederland.
Het 'Voormalig Verzet Limburg' hield de band die de Limburgse verzetsmensen tijdens de oorlog hebben opgebouwd warm. Vanuit mijn secretariële ondersteuning raakte ik ook jarenlang betrokken bij de provinciale dodenherdenking in Valkenburg. Ik heb in al die jaren veel bijzondere mensen leren kennen. Zij hebben mijn kijk op het leven verrijkt. Inmiddels zijn er nog maar weinig mensen die de oorlog bewust hebben meegemaakt in leven. Te weinig om deze organisaties in stand te houden.
Hockey, mijn passie
Al meer dan een halve eeuw is hockey mijn sport. Ook al krijg ik met mijn team vaak flink wat doelpunten om de oren, ik blijf het spelletje nog steeds leuk vinden. Samen met anderen je best doen en plezier maken. Heerlijk.Een sportvereniging kan alleen bestaan als er voldoende vrijwilligers zijn om het werk te verrichten. Al in de jeugd gaf ik trainingen en hielp ik toernooien en feesten te organiseren.
Toen mijn kinderen ook gingen hockeyen, heb ik de organisatie van het jeugdbeleid uitgebouwd. En natuurlijk ging ik coachen, bijna tien jaar lang zelfs twee teams op één dag.
Daarnaast verzorgde ik ruim 25 jaar het clubblad en later ook de website. Elke maandagavond met mijn maatjes terug- en vooruitblikken op het hockeyweekend. En met uitdagende rubrieken en columns leven in de brouwerij brengen.
Als een van de ‘oudste’ leden en redactielid ben ik het geheugen van mijn club geworden. Ik maakte jubileumboekjes bij het 35-jarig en het 50-jarig bestaan.
Wat was ik trots toen ik op een gegeven moment tot erelid werd benoemd. Maar dat was geen einddoel. Ik speel nog steeds wedstrijden en ik blijf training geven. Gewoon, omdat het zo leuk is.
Educatief materiaal
Ik vind het belangrijk dat kinderen een brede blik op het leven krijgen. En dat zij leren nadenken over de problemen in de wereld waar zij deel van uitmaken.Ik heb een aantal bijzondere projecten opgezet, soms gekoppeld aan een van mijn boeken of gebaseerd op mijn vrijwilligerswerk voor diverse stichtingen, maar vaak ook projecten die helemaal op zichzelf staan.
Om alle wilde ideeën vorm te kunnen geven, is het handig als er een officiële organisatie achter staat. Daarom heb ik samen met een stel vrienden Stichting Mosaïque opgericht. We hebben de meest uiteenlopende projecten uitgevoerd. Kijk maar eens op onze website.
Oude baantjes
Sinds ik kinderboeken schrijf, ben ik eigen baas. Voor die tijd heb ik maar twee banen gehad.Na mijn afstuderen aan de universiteit gaf ik vier jaar lang les aan de deeltijd lerarenopleiding in Arnhem. Dat was erg leuk, omdat mijn leerlingen heel gemotiveerd waren. De meesten gaven al les op een basisschool of middelbare school. Zij wilden een stapje hoger zetten.
Toen dat contract afliep, kon ik meteen aan de slag als wetenschappelijk onderzoeker aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Ruim vijf jaar zat ik met mijn hoofd in de boeken.
Het einddoel was mijn proefschrift: Functionele aspecten van Middelnederlandse versprologen (heb je enig idee waar dat over kan gaan?). Maar ook toen al bewandelde ik allerlei zijsporen. Zo schreef ik vier andere boeken en een stuk of twintig artikelen, organiseerde ik congressen en stond ik aan de wieg van twee projecten waar mijn vakgebied nu nog plezier aan beleeft: het ' Repertorium van Eigennamen in Middelnederlandse Literaire Teksten' en de reeks uitgaven van 'Middeleeuwse verzamelhandschriften uit de Nederlanden'.
Bijenfan
Tijdens mijn onderzoek voor het Handboek voor bijenfans ben ik een enorme bijenfan geworden. Ik volgde een imker-cursus en nu staat er een bijenkast voor mijn raam.Op alle mogelijke manieren probeer ik mijn liefde voor die prachtige beestjes over te dragen op zoveel mogelijk mensen. Ik bezoek scholen om over bijen te vertellen (dat is super leuk, of het nu in een klas met kleuters is of oudere wijsneuzen). Ik geef lezingen in bibliotheken, voor natuurverenigingen en andere geïnteresseerden, vertegenwoordig mijn imkervereniging op markten en dergelijke. En ik maak samen met Anneke Teepe filmpjes die je helpen om bijen te leren kennen. Zoek maar eens op youtube naar de films van Team Bijenfans (met de zoekwoorden 'herken de bij' en 'herken de hommel').
De Kneep
Schrijven doe je meestal in je uppie. Maar het is fijn om contact te hebben met andere schrijvers. Je kunt van elkaar leren, ervaringen uitwisselen en samen leuke dingen maken.
De Kneep is een organisatie die verbindingen wil leggen tussen iedereen die van taal houdt, te beginnen met schrijvers. In dit geval iedereen die zichzelf schrijver wil noemen in de streek waar ik woon; het Land van Cuijk en Maasduinen.
Ook hier geldt weer dat er niets gebeurt als niemand de kar wil trekken. Als vrijwilliger van De Kneep organiseer ik het jaarlijkse Boek&Bal (o nee, zo mogen we dat feest niet meer noemen, anders krijgen we ruzie met de CPNB) en regel inspirerende avonden en andere activiteiten voor de regioschrijvers.
De regioschrijvers van De Kneep is een heel bont gezelschap van dichters, journalisten, romanschrijvers, columnisten en nog veel meer. Er zijn er maar weinig die er hun brood mee verdienen, maar dat maakt niet uit. Taal is immers wat ons bindt.
Schrijvers van de Ronde Tafel
Met mijn collega’s (en vrienden) van de Schrijvers van de Ronde Tafel is het collegiaal contact heel hartelijk. We houden allemaal van (het schrijven over) geschiedenis en hebben elkaar dan ook heel wat te vertellen als we elkaar weer ontmoeten; 2-3 keer per jaar. Bijvoorbeeld elk derde weekend van september in Archeon.Als iemand weer eens een goed idee heeft, maken we samen een verhalenbundel. En we brengen twee keer per jaar een gratis, digitale nieuwsbrief uit. En natuurlijk draag ik aan al die activiteiten graag mijn steentje bij.
Coöperatieve Uitgeverij Menuet
Het is niet zo makkelijk om je brood te verdienen als kinderboekenschrijver. Er wordt steeds minder gelezen. Bibliotheken en boekhandels moeten sluiten. Grote uitgeverijen brengen het liefst alleen maar bestsellers uit.Om al die tegenwind het hoofd te kunnen bieden, heb ik samen met een aantal collega’s een eigen uitgeverij opgericht: Menuet. We maken mooie boeken, waar andere uitgeverijen geen heil in zien, maar die wat ons betreft nodig zijn om de keus voor de lezers breder te maken dan de bestsellerlijsten.
Een ander voordeel is dat de schrijvers van Menuet een veel groter deel van de opbrengst van de verkopen krijgen dan bij andere uitgeverijen. Daarmee kunnen ze uiteindelijk hun vak blijven uitoefenen.