Versjes

Reuzen in kabouterland

Met de reuzen in kabouterland
is heel wat aan de hand.
Ze kletsen en klagen,
ze zeuren en zagen,
ze pruilen en peeuwen,
ze schreien en schreeuwen,
ze mieren en morren,
ze knieren en knorren
aan één stuk maar door,
in één groot reuzenkoor.

Wat is er dan aan de hand
met die reuzen in kabouterland?
Hun hoofden die duizelen,
hun oren die suizelen,
hun buiken die brommen,
hun magen die grommen,
hun dijen die drillen,
hun kuiten die trillen
aan één stuk maar door.
Da's geen gezicht en gehoor.

Hoe komt die trammelant
met de reuzen in kabouterland?
De bietjes zijn nietig,
de frietjes petietig,
de eitjes wat ieletjes,
de uitjes te schrieletjes,
de bordjes te klein
en de lepels te fijn.
Daarom schreeuwen in kabouterland
de reuzen van honger moord en brand.

<< Vorige - Volgende >>