Miny zoekt een thuis: De kleine geit Miny is helemaal alleen. Wie kan haar een fijn nieuw thuis geven?
Een olifant voor de keizer: keizer Karel de Grote komt op bezoek in Nijmegen. Hij heeft een gigantisch, grijs monster bij zich. Justus en Hilde schrikken zich wild. Zou die gemene kok Otto dan toch gelijk hebben?
Jelle en de leeuw: de leeuw ontsnapt uit de dierentuin. Hij heeft honger. Als hij Jelle met een knakworstje ziet, zet hij de achtervolging in.
De letterdief: Fleur is dol op voorlezen. Natuurlijk liefst uit haar lievelingsboek. Maar als pap begint, maakt hij domme fouten.
Fleur vindt het maar flauw van hem. Maar hij kan er niets aan doen. Eerlijk waar. Er gebeurt iets heel vreemds met de letters.
Elke dag feest: Bep bakt graag taart. Er is altijd wel een reden te verzinnen om een feestje te bouwen. Maar als ze een ongeluk krijgt, lijkt het een rotdag te worden.
Het is maar goed dat Bob er is...
Een draak aan een touw: Tims beste vriend Bart moet naar het ziekenhuis van dokter Draak. Tim is boos, verdrietig en bang tegelijk. Vooral die dokter Draak vindt hij eng. Hij droomt hoe de draak Bart in zijn hol vasthoudt.
Als Tim bij Bart op bezoek mag, heeft hij zijn plannetje klaar. Hij gaat de draak vangen en Bart bevrijden!
De snoezepoes
Miauw, ik ben de snoezepoes
Nu eens lief en dan weer woest
Ik vang vogels in de bomen
Ik vang muizen in mijn dromen
Miauw, ik ben de snoezepoes
Nu eens lief en dan weer woest
Ik eet brokjes van de grond
Ik geef kopjes aan de hond
Miauw, ik ben de snoezepoes
Nu eens lief en dan weer woest
Ik spin zachtjes voor het raam
Ik lik water uit de kraan
Miauw, ik ben de snoezepoes
Nu eens lief en dan weer woest
Ik krab krullen van de trap
Ik kak netjes op de bak
Miauw, ik ben de snoezepoes
Nu eens lief en dan weer woest
Ik klim op de boekenplank
Ik spring van de groene bank
Miauw, ik was de snoezepoes
Nu eens lief en dan weer woest
Nu ben ik weer wie ik was
Nu is snoezepoes weer Kas